De Cortile del Belvedere

Op het achthoekig plein staan twee belangrijke beelden. De Apollo del Belvedere en de Laocoon-groep. De Apollo del Belvedere is een Romeinse kopie, van een origineel van brons gemaakt Grieks beeld, dat uit de vierde eeuw voor Christus stamt. Het origineel is waarschijnlijk door Leochares gemaakt, een beeldhouwer die in de vierde eeuw voor Christus werkzaam was in Athene. Karakteristiek bij hem zijn de slanke proporties en de beweeglijkheid van de vorm als geheel. Om deze stilistische redenen wordt gedacht dat het origineel van de Apollo del Belvedere door Leochares is gemaakt.

Aan het eind van de vijftiende eeuw is het beeld opgegraven in Antium (tegenwoordig Anzio geheten), ten zuiden van Rome. Het beeld werd gezien als het beste van de antieke beeldhouwkunst en geplaatst in het Vaticaan. Paus Julius II kocht het beeld en bracht het later onder in de collectie van het Vaticaan.

Het beeld is de god Apollo, afgebeeld met over zijn linkerarm een schoudermantel. Pas in 1924 bevond het beeld zich weer in de oorspronkelijke staat. Paus Clemens VII had opdracht aan de beeldhouwer Montorsoli gegeven om veranderingen aan te brengen. Hij gaf het beeld in de linkerhand een boog en voegde aan de rechter onderarm een naar buiten gedraaide, op een boomstam leunende hand toe.

De Laocoon-groep komt uit de 1ste eeuw voor C. Het stelt een vader en zijn twee zoons voor in hun heldhaftige strijd tegen de slangen. Het beeld markeert de overgang tussen de Griekse, geïdealiseerde en de Romeinse, realistische beeldhouwkunst. Het beeld werd teruggevonden in 1506 nabij het Domus Aureus van Nero. Toen Michelangelo de ontdekking vernam, haastte hij zich naar het beeld en begreep dat hij keek naar wat Plinius beschreven had als ‘staande boven alle geschilderde en gebeeldhouwde werken’. Michelangelo gebruikte de vader als een voorbeeld voor zijn toornige Moses. Paus Julius della Rovere betaalde een fortuin voor het beeld en liet het weer samenstellen. Negen jaar later eiste de Koning van Frankrijk, François I, het beeld op na een overwinning. Leo X Medici, die het beeld niet wilde afgeven, liet in het geheim een kopie maken. Napoleon nam het beeld wel mee naar Parijs, maar na zijn nederlaag, kwam het terug naar Rome. In 1905 ontdekte Ludwig Pollack in een antiekzaak een arm die hij herkende als het ontbrekende stuk van de Laocoon-groep. De sculptuur veranderde daardoor totaal, doordat ze voordien verkeerd werd in elkaar gezet. In de mythologie probeerde Laocoon, een Trojaanse priester, de Trojanen te waarschuwen om het geschenk van de Grieken, het paard, niet te aanvaarden. “Ongelukkige medeburgers, Zijn jullie gek geworden? Denken jullie dat de vijand zomaar weggaat? Denken jullie dat er een offer kan zijn van de Grieken zonder verraad? Of de Atheners zitten vrestopt in dit hout of het is een machine tegen onze muren. […] vertrouw dit paard niet, Trojanen. Wat er ook van zij, ik vrees zelfs de Grieken als ze offergaven aanbieden.” (Uit Aeneas van Vergilius). Hijzelf wierp zijn lans naar het paard. Apollo stuurde daarop de slangen om de zoons van Laocoon te doden. Laocoon snelde zijn zonen te hulp en werd ook gedood door de slangen. De Trojanen dachten dat dit een teken was van de goden om de waarschuwing van Laocoon te negeren.