De tijdsmeting in Rome

Als je wil weten hoe laat het is, hoef je maar op je uurwerk te kijken om de tijd precies af te lezen. Maar als je uurwerk stil heeft gestaan heb je een referentie nodig om ze weer juist te zetten. Maar vroeger had men geen klok om de juiste tijd te meten. De mensen vertrouwden op de klokken van de kerken die het uur aangaven. Paus Clemens XI heeft in Rome voor een referentie gezorgd in het begin van de 18de eeuw. Hij gaf de opdracht aan Francesco Bianchini om een belangrijke en ingewikkelde zonnewijzer te bouwen. Clemens XI was ook de Paus die de liturgische kalender hervormde, door een standaard parameter in te voegen die elk jaar de dag van Pasen zou bepalen. Pasen valt op de eerste zondag volgend op de eerste volle maan na de lente equinox. De zonnewijzer moest dienen als een burgerlijke tijdkalender en als een referentie voor Pasen. De kerk van Sta.Maria degli Angeli werd uitgekozen als een goede plek om de zonnewijzer te bouwen. Het is een robuust gebouw en men was er verzekerd dat de vloer niet zou verschuiven. De zonnewijzer werd in 1703 voor het eerst gebruikt en staat vandaag nog steeds op dezelfde plaats. Ze bestaat uit een groot wapenschild van Clemens XI met een gat erin dat tegen de muur hangt op ongeveer 20 meter boven de grond. Op de middag bereikt een lichtstraal door het gat een precies systeem van lijnen en punten op de grond. De hoofdlijn staat bekende onder de naam Clemens’ lijn en toont voor iedere dag van het jaar aan tot waar de zon komt. Andere lijnen tonen de limieten voor Pasen, de positie van de noorderster en andere astronomische observaties. Voor anderhalve eeuw werd dit de officiële tijdsreferentie voor Rome. Andere zonnewijzers werden intussen ook gebouwd, onder andere achter de S. Ignazio di Loyola. Maar de term ‘middag’ was in Rome een louter astronomische aanduiding. In Rome werd de tijd berekend aan de hand van het laatste religieus gebed. Het Ave Maria diende als tijdreferentie. Het werd gebeden in de winter om kwart na zes en in de zomer om kwart na zeven. 15 uur in Rome kwam dus overeen met 21 uur na het Ave Maria en was dus 9u15 in de winter en 10u15 in de zomer. Slechts in de tweede helft van de 19de eeuw werd de middag ook de officiële tijdsreferentie. De kerktorens bleven echter de verschillende tijden aangeven. Om verwarring te vermijden liet Pius IX iedere dag op de middag een kanonschot weerklinken vanaf Castel S. Angelo. De tijd werd gemeten door de wijzer achter S.Ignazio. Van daaruit werd een signaal gegeven naar het kasteel. Vanaf 1903 verhuisde het kanon naar Monte Mario en een jaar later naar de Janiculum, de hoogste plaats van Rome. Gedurende de oorlog stopte de traditie, maar vanaf 21 april 1959 werd de ceremonie hervat tot op de dag van vandaag.

De ceremonie van het kanonoschot vindt nog iedere middag plaats op de Janiculum