De landing in Italië

Ongeveer 3000 jaar geleden, kregen de schepen, die reeds zeven jaar zeilden, land in zicht. De bemanning bestond uit de enige overlevenden van een vreselijke brand waardoor hun stad werd verwoest na een lange oorlog. Ze waren vermoeid en moedeloos, dwaalden reeds vele jaren rond en verlangden naar vrede, en voor hen lag land. Ze landden op een plaats waar een stroom in de zee uitmondde en haar gele onstuimige water zich vermengde met de blauwe golven. Ze waren erg blij toen hun leider hen beval te landen. De mannen waren Trojanen. Ze landden in Lazio op de oevers van de Tiber en hun leider was Aeneas. Toen Troje viel onder de Grieken, kon hij zijn vader en zijn zoontje redden. Zijn vader stierf gedurende de reis. Het leven en de daden van Aeneas werden door de dichter Vergilius neergeschreven. In die tijd woonden er in Lazio verschillende stammen: Etrusken, Volscianen, Sabijnen, Rutuli en Ausonen. De Latijnen waren de belangrijksten en leefden georganiseerd in steden langs de Tiber. Algauw kwamen de Trojanen in contact met hen en met hun koning, de wijze Latin. Hij verwelkomde hen, bood hen gastvrijheid en later huwelijkte hij zijn dochter Lavinia uit aan Aeneas. Eerder was Lavinia echter beloofd aan Turno, koning van de Rutuli, en omwille van deze belediging verklaarde Turno de oorlog aan Latin. Het was een verschrikkelijke oorlog die eindigde op een duel tussen Aeneas en Turno. Deze laatste stierf. Een lange periode van vrede volgde tijdens dewelke Aeneas de stad Lavinium stichtte, ter ere van zijn vrouw. Zijn zoon Ascanio stichtte de stad Albalonga.

Aeneas in Carthago, (fragment in bas-reliëf van een altaar)